Herstart de Levensfilm

Door Wessel Klootwijk • 3 feb 2022

We mogen eindelijk weer proeven van kunst & cultuur! Digitaal was er een hoop mogelijk tijdens de lockdowns, maar wat is onze cultuur zonder jou? Woordkunstenaar Wessel Klootwijk schrijft, na de afwezigheid van het noodzakelijke samen-kunst-beleven, een ode aan alles wat eindelijk weer (bijna) open is en wat we samen weer kunnen ontdekken.

Eindelijk

Ken je dat gevoel van dwalen door de stad en op een willekeurig moment van de dag besluiten een filmhuis binnen te stappen? Zonder aarzelen de eerstvolgende film pakken. Eindelijk mocht ik dat weer eens ervaren en één worden met de filmstoel, het scherm en het onmisbare geluid van een voedselverpakking. Eindelijk weer napraten met een vooralsnog onbekende. Eindelijk samen proosten waarmee we onszelf wat verfrissing voor de geest bieden.

Het klinken van de glazen deed me inzien dat mijn thuiskantoor vóór lockdowns vooral fungeerde als plek om pauze te nemen. Om de welkome overvloed aan buitenprikkels in rust te kunnen verwerken. Of op sterk water te zetten, indien ik ze niet direct kon transcriberen tot poëzie, na een werkdag in mijn buitenkantoor (lees: cafés, terrassen en lobby’s).

Hongerig voor een bordje vol cultuur

Het gros van de afgelopen tijd in lockdown had ik trek in een portie kunst om mijn honger naar inspiratie te stillen. Een bordje vol cultuur met een sausje van exposities, plus debat. Of een cocktail van filmsferen, afgeblust met de theater- en kroegendamp van livemuziek. Ik had dan wel trek in een perfect gegratineerd schilderij, maar het voelde alsof de keuken steeds gesloten was. Daarbovenop was de kok naar huis gestuurd, de oven kapot en de reparateur ziek.

Ik besloot dan maar sneetjes brood nog eens op te bakken ondanks dat die gisteren eigenlijk ook al lagen te gisteren. Ik verhitte ze in de pan van een te duur en uitstervend gas. Enkel om erachter te komen dat ook deze opbakprocedure verre van onuitputtelijk is.

Want zo smaakt een gesloten kunst-en cultuursector: achtergelaten worden in een berg van voorheen opgedane inspiratie die inmiddels zo vaak gerecycled is dat de oorspronkelijke inspirator bijna tot iets onherkenbaars is verkruimeld.

Om de smaak van volwaardige kunstmagie te kunnen proeven, zoals die van een filmhuis, en je te kunnen onderdompelen in alles wat een locatie jou te bieden heeft, is het vrij noodzakelijk je daar ook daadwerkelijk te bevinden.

Want dat fysieke aanwezigheid van elkaars bestaan van belang is, blijkt in deze tijd eens te meer waar te zijn. Waar? Simpelweg weer bij elkaar. Van maker tot eter, van vrager tot weter en iedereen die daaromheen faciliteert of tussen paradeert.

Twee ons groente

Na al het hoog en laag springen over wat wel en niet kan, is het nu de hoogste tijd om samen weer de kunsten te bezingen. Opdat we zo snel mogelijk de voedingsbodem van levensdrang weer kunnen (her)bevruchten met kunst en cultuur. Tot we, voor het faciliteren van inspiratie, enkel nog maar buiten hoeven te spelen: exposities bezoeken, onszelf vereenzelvigen met theaterstoelen en barkrukken, livemuziek horen galmen vanuit hoekcafés, onze neuzen volgen tot we weer in de honing zwemmen, elkaars kijk op dingen over en weer zoenen en nieuwe samenwerkingen verzinnen.

Dan delen we drankjes na een optreden, mogen we ergens überhaupt weer zenuwen voor voelen en een traan van waardering proeven na een vibrerend concert. Dát zijn onze twee ons groente en twee stuks fruit per - geef het een tijdseenheid. Terwijl we dan levendiger dan ooit van het nu genieten, krijgen we weer een reden ingefluisterd om uit te kijken naar morgen.

foto: Sebastian Koudijzer

De film van het leven

De stilte, zoals die in theaterzalen bijna dodelijk hard echoot, doet pijn. Net als de tergende TL-verlichting na afloop van een bruisende nacht. Zelfs die lampen zijn de clubs nu niet gegund. Ook dat licht mis ik. Elk beeld van een filmvertoning in een lege zaal is er één te veel. Laten we toch in hemelsnaam samen de film van het leven weer starten, de projectoren beginnen, met als startschot het poppen van een beugelbier.

Dat kan alleen als we allebei aanwezig zijn. Dus lieve jij, beste vriendin of vriend voor een nacht, lang niet geziene stadsgenoot of passant van de willekeur, nietsvermoedende vakantiedwaler of standvastige directeur die beseft toch niet alles al te hebben gezien, drankjes bietsende student die me laat verlangen naar dat uitzichtloze huiswerk van toen of definitie van straatslungeligheid, die de sterren van de terrassenhemel speelt op een bij elkaar geraapte gitaar: jullie zijn allemaal stukken schoon van de menselijke vertoning om zelfs de aftiteling bij af te likken. Jullie zijn van trailer tot recensie hoofdrolspelers in dé filmhuisfilm van het leven, in volledigheid en ongelimiteerd te zien. Waar? Precies, bij elkaar.

“Want dat fysieke aanwezigheid van elkaars bestaan van belang is, blijkt in deze tijd eens te meer waar te zijn.”

Wessel Klootwijk