Moving images that move people

Door Bo Courant & Anne Lammers • 9 okt 2019

Een film met een fotografische, visuele basis blijkt niet alleen voor makers en producers, maar óók voor filmliefhebbers een interessante keuze. Daarom lichten wij speciaal voor jou een aantal van onze favoriete (cinematografisch sterke) films voor je uit.

Fotografilm

Het medium film is voor het grootste deel afkomstig van (hoe kan het ook anders) fotografie. In den beginne - rond het einde van de negentiende eeuw - ontdekte men dat het mogelijk was om in korte tijd meerdere beelden en foto’s achter elkaar te schieten. Wanneer deze foto’s vervolgens los na elkaar werden geplaatst en snel werden vertoond, leek het of er sprake was van heuse ‘bewegende’ beelden. Nog een tiental technische snufjes en ontwikkelingen later was daar dan eindelijk de eerste, vertoonbare film: La sortie des usines Lumière. Deze film werd op 28 december 1895 in een Grand Café in Parijs getoond, en werd gemaakt door de gebroeders Auguste en Louis Lumière die, zoals je misschien al wel weet, de grondleggers waren van het eerste projectieapparaat én tot op de dag van vandaag een bestaande filmclub hebben. Benieuwd naar andere first-hand, originele filmtitels? Wat dacht je van The Horse in Motion (1878), Roundhay Garden Scene (1888) en Arrival of a Train (1895)? Het gerucht gaat dat deze laatstgenoemde - tijdens zijn allereerste vertoning - voor flinke commotie zorgde toen het bioscooppubliek dacht dat er een échte trein op hen afkwam. Dat kunnen we ons tegenwoordig natuurlijk nauwelijks meer voorstellen.

De uitvinding van de film behoort misschien wel tot één van de meest spraakmakende ontdekkingen ooit, en juist daarom is het interessant je af te vragen waarom er überháupt behoefte was aan film. Andere kunstvormen als toneel, dans, fotografie en klassieke muziek waren immers al ruimschoots aanwezig. Feit wil echter dat foto’s uiteindelijk toch een bepaalde beperking opleggen; niet alles past in beeld, je zit vast aan kleurfilters, er is slechts plaats voor één shot, etcetera. En hoewel fotografie een uitstekend medium is voor het oproepen van bepaalde gevoelens en het overbrengen van een boodschap, biedt film uiteindelijk nog nét iets meer ruimte om een compleet en afgerond verhaal te vertellen. Niet omdat een foto minder te zeggen heeft (integendeel!), maar simpelweg omdat een film veel langer mag duren. Maar wat nou als je deze twee kunstvormen gewoon tegelijkertijd gebruikt? Als je de betoverende werking van foto’s terug kunt brengen in de vormgeving van een film? Nou, dan heb je een een gouden formule in handen!

Over kwaliteit valt wél te twisten

Anno 2018 worden aan de lopende band nieuwe films geproduceerd. Over de kwaliteit van al die duizenden films valt nogal eens wat te twisten. Films waarbij de cinematografie tot de uiteindelijke kern van de film behoort, zijn bovendien op één hand te tellen. Wil je je in dit filmische tijdperk echter toch een beetje onderscheiden, dan is het absoluut geen gek idee om de focus tóch even goed op die beelden te leggen. Een goed voorbeeld van een film waarin kleur en beeld een bijzonder grote rol spelen, is het in 1999 verschenen American Beauty van regisseur Sam Mendes. Bekijk je de film voor de eerste keer dan zal het je wellicht niet opvallen, maar de kleur rood vormt één van de belangrijkste elementen in het verhaal. Ieder personage dat zich in de buurt van de vermoorde Lester (Kevin Spacey) bevindt, draagt of staat vlakbij de kleur rood. Bovendien neemt het aantal roodgekleurde voorwerpen met het verstrijken van de scènes rijkelijk toe. Je zou het een ‘klein detail’ kunnen noemen, maar dan ga je voorbij aan de genialiteit en het belang van dit motief. Daarenboven heeft Sam Mendes niet alleen de kleur rood tot een betekenisvol component gemaakt, maar ook de kleuren blauw en wit vormen gezamenlijk een terugkerend patroon. Kortom: in de films van Mendes is de wereld van beeldtaal alom vertegenwoordigd. En laten wij daar bij filmplatform Cinetree, hart-stik-ke dol op zijn.

Naast Mendes zijn er uiteraard nog vele andere filmmakers die van die beeldtalige-wereld hun signature-dish hebben gemaakt. Denk bijvoorbeeld aan Roger Deakins, Jean-Pierre Jeunet, Christopher Nolan en Damien Chazelle. Een andere regisseur die de vormgeving en art-direction tot de focus van zijn werk heeft gemaakt, is de gerenommeerde filmmaker Wes Anderson (bekend van onder meer Moonrise Kingdom, The Royal Tenenbaums, The Grand Budapest Hotel en Isle of Dogs). Er is waarschijnlijk geen fotograaf, filmmaker of kunstenaar die deze eigenzinnige regisseur niet kent. De films van Anderson zijn uniek dankzij een aantal briljante en herkenbare trademarks (waar we later nog wat uitgebreider op terugkomen), zoals zijn perfect symmetrische, center-framed shots, overvloedige details, gesatureerde kleuren en het gebruik van de groothoeklens.

Bij vrijwel alle filmmakers die besloten zich te richten op vormgeving en cinematografie tijdens het maken van hun films, viel het eindproduct (zowel bij publiek als bij critici) uitermate in de smaak. Een film met een fotografische, visuele basis blijkt dus niet alleen voor makers en producers, maar óók voor filmliefhebbers een interessante keuze. Daarom lichten wij een aantal van onze favoriete (cinematografisch sterke) films voor je uit.

Perfecte combinatie van mode & film: A Single Man

Img

Sommige films geven blijk van een bijzonder soort filmmaker. Een filmmaker die meer is dan alleen een regisseur. Iemand met oog voor detail, compositie, licht en vorm. Iemand die van een doodgewone speelfilm een visueel pareltje kan maken. Zo’n film is A Single Man; naar het gelijknamige boek van Christopher Isherwood. In A Single Man volgen we de alleenstaande George Falconer (Colin Firth) tijdens de - naar eigen zeggen - laatste dag van zijn leven. Zestien jaar lang deelde hij het leven met zijn grote liefde Jim, maar sinds enkele maanden moet de Engelsman het in z’n eentje zien te rooien. Ondanks het grote gemis en zijn hevige verdriet probeert de keurige Brit zijn bestaan de moeite waard te houden. Toch besluit George er na achttien maanden stevig doorpakken alsnog een einde aan te maken. A Single Man volgt de laatste dag van George’s leven; een dag die anders loopt dan verwacht.

Een film waarvan het einde al vaststaat; is dat nog wel interessant? Nou, dat is het zeker! A Single Man is namelijk geregisseerd door de enige, echte Tom Ford. Voor wie zich even niet kan heugen wie dat ook alweer is: Tom Ford is een zeer gerenommeerd modeontwerper, bekend van merken als Gucci en Yves Saint Laurent. Dat deze designer het brein is achter deze elegante film, zal waarschijnlijk geen enkele kijker ontgaan. De film is doordrongen van fraaie kostuums, uiterst gesitueerde beelden, gracieuze decors en een smaakvolle inrichting. Over ieder detail is nauwkeurig nagedacht en de styling en vormgeving zijn een lust voor het oog.

Een voorbeeld van zo’n nauwkeurig uitgedacht detail is het feit dat de kleuren in A Single Man mee veranderen met de emoties en stemming van George. Is het leven van George luchtig en vrolijk, dan wordt ook zijn omgeving in een warme gloed gehuld. Vinden er echter zware gebeurtenissen plaats, dan trekken alle kleuren weg en verandert de film in een grauwe, kleurloze bedoening (die uiteraard ook dan nog uit prachtige beelden bestaat).Daarbij is het extra slim bedacht dat de flashbacks naar zijn vroegere leven met Jim standaard in zwart-wit zijn gefilmd; alsof Ford daarmee wil zeggen dat enkel kleur in het leven geen garantie is voor geluk.

A Single Man bevat nog veel meer wonderschone kunstjes, maar wij raden je aan daar vooral lekker zelf naar te speuren wanneer je deze film bekijkt.

Schroom trouwens niet om tijdens het kijken even een snack of een drankje te halen, want zodra je de film op pauze zet, heb je het idee dat je naar een befaamde foto uit Tate Modern kijkt.

Fotograaf Anton Corbijn ook met videocamera volledig in Control

Img

Voor modeontwerper Tom Ford was A Single Man zijn filmdebuut. Nooit eerder maakte deze beroemde designer een officiële speelfilm. Toch is Ford niet de enige kunstenaar die besloot om zich, naast zijn eigen vakgebied, te richten op een andere kunstvorm: film. Want ook voor fotograaf Anton Corbijn bleek het maken van een film een jarenlange droom te zijn. Met een biografische film over het leven van Ian Curtis (zanger van de band Joy Division) kwam deze droom begin 2007 uit. In de gevoelige documentaire Control volgen we - postuum - het onstuimige leven van deze getalenteerde, jonge zanger. Van zijn allereerste optreden tot het uitkomen van de eerste EP en de daaropvolgende wereldtournee; alles wordt door Corbijn op schilderachtige wijze in beeld gebracht. Juist daarom komt het einde van de film (waarover we nog even niets gaan vertellen) extra hard aan; zonder te romantiseren filmt Corbijn de ondergang van deze 24-jarige artiest.

Dat je wellicht geen idee hebt wie deze Ian Curtis was, maakt voor het kijken van de film eigenlijk niets uit. De beelden op zichzelf zijn namelijk zo prachtig dat het voelt alsof je je op een filmische tentoonstelling bevindt. Anton Corbijn, vooral bekend van zijn (portret)foto’s van rock musici en popartiesten, liet met Control zien dat hij niet alleen een fantastisch fotograaf, maar ook een zeer kundige filmmaker is. Volledig in Corbijn-stijl werd de film geschoten in kleur, en vervolgens op zwart-wit gezet. Die keuze zorgt voor een buitengewoon vitale sfeer en geweldige composities; bijna als een fotoboek.

Dat Control bij veel filmliefhebbers en critici zeer in de smaak viel, bleek onder meer uit het enorme aantal nominaties en prijzen dat Control in de wacht mocht slepen. Met deze meeslepende documentaire bewijst Anton Corbijn dat fotografie en film een gouden combinatie zijn.

Dogma-regels aan je laars lappen in het Deense Kollektivet

Img

Als je een willekeurige Europeaan vraagt of ‘ie de film Jagten of Festen gezien heeft, dan is de kans dat deze persoon “ja” zegt buitengewoon groot. Deze films van regisseur Thomas Vinterberg zijn wereldwijd bekend, wonnen beide meer dan dertig prijzen en behoren nog altijd tot de crème de crème van de (Europese) cinema. Een andere zeer succesvolle film van deze gezegevierde regisseur is het vrolijke Kollektivet. In dit anderhalf uur durende drama/komedie neemt Vinterberg ons mee naar de tijd waarin leefgemeenschappen, activisme en yolo hoogtij vierden. De tijd van flowerpower, hippies, vrede op aarde en ‘lang leve de liefde’.

De film is gebaseerd op Vinterbergs’ vroege jeugd, waarin hij zelf (tot aan zijn negentiende) in een commune woonde. Het verhaal speelt zich af rondom een Deens gezin dat een riant huis erft aan de rand van Kopenhagen; een pracht van een villa die niet alleen mooi en goed gelegen is, maar vooral ook waanzinnig groot. Om de ruimte op te vullen wordt besloten een heuse commune op te richten. Dat lijkt even goed te gaan, maar dan gooit de beeldschone Emma roet in het eten.

De jaren ‘70 en een grote Deense villa door de ogen van beeldliefhebber Vinterberg; dat kan bijna niet anders dan uitpakken in een heuse ‘lust-voor-het-oog’ film. Waar Vinterberg in zijn eerdere films nooit afweek van de regels van Dogma 95 (het filmmakers-collectief waartoe hij destijds behoorde), maakt hij in Kollektivet gretig gebruik van de talloze mogelijkheden die een jaren zeventig film biedt. De vormgeving valt dan ook niet meer dan schitterend te noemen. Vinterberg besloot de gehele film in breedbeeld (2.35:1) vast te leggen, met zachte lenzen, korrelige schetsen, consistent kleurgebruik én (verrassend genoeg) stilstaande camera’s; iets dat bij Dogma 95 absoluut uit den boze was. De gehanteerde retro-filmstijl versterkt de authentieke tijdsgeest, en daarmee indirect de levensechte sfeer. Het resultaat? Een ijzersterke film met een uiterst originele cinematografie, waarin werkelijk alles klopt.

Poppenhuizen komen tot leven in Wes Andersons’ Moonrise Kingdom
Img

Wes Anderson; wie kent hem niet? Misschien wel de meest gehypete uit dit hele rijtje, maar zeker niet de minst eigenzinnige. In de vijftien jaar dat Anderson aan het werk is, wist hij voor eens en altijd een stempel te drukken op de hedendaagse cinema. Zijn buitengewone art direction mondde binnen no time uit in een unieke signature ‘dish’ die voor iedere Anderson-fan herkenbaar is. Een unieke, ‘Andersoniaanse formule’ waar geen enkele andere regisseur aan kan tippen. Anderson produceerde al op 27-jarige leeftijd zijn eerste film, genaamd Bottle Rocket. Door de jaren heen bracht deze cineast ons films als The Royal Tenenbaums, Fantastic Mr Fox en The Grand Budapest Hotel. Zijn laatste meesterwerk - de in februari verschenen honden komedie Isle of Dogs - is een geanimeerde ‘stop-motion film’ die bestaat uit meer dan 144.000 beelden.

Moonrise Kingdom is Anderson’s zevende speelfilm, en hoewel zijn eigenzinnige formule toen nog weinig aan de verbeelding overliet, wist de regisseur zijn trouwe publiek alsnog te verrassen. In deze innemende coming-of-age movie besluiten de eigenwijze Suzy en Sam dat ze hun leven op het kleine eiland Penzance helemaal zat zijn. Ze besluiten er samen vandoor te gaan en de boel de boel te laten, maar daar denken de volwassenen op het eiland anders over.

Anderson is dól op theatraliteit en precisie en daar is ook in Moonrise Kingdom beslist geen gebrek aan. Waar de meeste filmregisseurs zich houden aan een standaard kleurenpalet, besloot Anderson dat hij het helemaal anders wilde doen. Vrolijke, felle kleuren die nét een tintje anders zijn dan gebruikelijk. Waar anderen zouden gaan voor een simpel tintje geel of blauw, gaat Anderson voor mosterd en navy, gewoon omdat het kan. Mede dankzij dit unieke kleurgebruik voelt Moonrise Kingdom aan als een pastelkleurig storybook vol illustraties en levensechte, menselijke poppenhuizen. Tel daar nog even het geheel authentieke productie design bij op (inclusief overvloedige details, gesatureerde kleuren en kolderieke kostuums waar menig mens jaloers op zal zijn) en je hebt een dijk van een film. Het plot maakt voor de Anderson-films eigenlijk al niets meer uit: aan de fantastische plaatjes heb je (wat ons betreft) genoeg.

Door het vierkante oog van wonderkind Xavier Dolan: Mommy

Img

Steeds vaker proberen filmmakers hun verhalen kracht bij te zetten door films zo lang mogelijk te maken. “Hoe langer, hoe beter”, lijken zij te denken. Deze formule lijkt echter bij weinig filmmakers ook daadwerkelijk op te gaan. Daarom kan het soms een verademing zijn wanneer een lange film ook écht goed blijkt te zijn. In zo’n geval is “hoe langer, hoe beter” wél de juiste omschrijving. Een voorbeeld van zo’n uitstekende, lange film is Mommy: een meesterwerk van de piepjonge regisseur Xavier Dolan (beter bekend als Canadees wonderkind en maker van onder meer J’ai Tué Ma Mère en Laurence Anyways).

Mommy vertelt het verhaal van een onmogelijke liefde tussen moeder Diane (steevast Die genoemd) en zoon Steve, die niet mét maar ook zeker niet zonder elkaar kunnen leven. De 14-jarige Steve is dan ook niet bepaald de makkelijkste; met zijn ADHD en heftige woedeaanvallen drijft hij zijn labiele moeder dikwijls tot waanzin. Diane is weduwe en weet vaak niet wat ze met haar hyperactieve zoon aanmoet. Wat ze wél weet, is dat zij Steve - koste wat kost - wil redden; ook al hangt haar eigen geluk daarvan af. Gelukkig vinden moeder en zoon steun bij hun mysterieuze buurvrouw, die zelf ook wel wat hulp kan gebruiken.

Wat maakt deze film - naast het meeslepende verhaal - nu zo bijzonder? Nou, in de eerste plaats het knappe idee om het beeldformaat terug te brengen tot een 1:1 verhouding (vierkant). Door te kiezen voor dit smallere formaat, vallen vorm en inhoud perfect samen. De claustrofobische werking van het vierkante ‘Instagram’-formaat sluit heel mooi aan bij het overkoepelende thema van de film: wel of niet aan de norm voldoen. Hoe voelt het om niet in het kader te passen? En wat doen wij als maatschappij om elkaar hierin te helpen? Een uitstekend idee van Dolan om de beklemmende wereld van zijn hoofdpersonages kracht bij te zetten in het benauwde filmformaat. Nog één laatste Dolan-trucje dat Mommy net dat extra spannende laagje geeft; er zijn slechts twee sleutelscènes die wél aan de gebruikelijke afmetingen voldoen. Juist die scènes zorgen voor ademruimte en bewegingsvrijheid en dat kun je na al die beklemming goed gebruiken. In deze scènes wordt het beeld letterlijk ‘open geschoven’ en ontstaat een nieuwe, onbevangen wereld.