The Diving Bell and the Butterfly

Jean-Dominique Bauby: ooit journalist, auteur, redacteur van het modeblad Elle, rokjesjager en vader, tegenwoordig gevangene in zijn eigen, plotseling verlamde lichaam. Dat is in een notendop het tragische, waargebeurde verhaal dat ons in prachtige beeldende taal wordt verteld in The Diving Bell and the Butterfly.

Op 43-jarige leeftijd kreeg Jean-Dominique Bauby (Mathieu Amalric), ook wel Jean-Do, een beroerte waardoor hij twee weken in een coma belandde en volledig verlamd wakker werd. Hij bleek te lijden aan het zeer zeldzame locked-in-syndroom, vertelt zijn dokter hem bijna té opgewekt. De enige functies die nog ‘werken’ zoals vanouds zijn Jean-Do’s linkeroog, gedachten, beleving kracht en zijn (ietwat ironische) gevoel voor humor. Niet meer, niet minder. Maar wat heb je daaraan als je niet kan praten of bewegen? Volgens de neurochirurg hoeft Jean-Do zich echter geen zorgen te maken. Het ziekenhuis heeft een geweldige en volgens de dokter bloedmooie – hoe dat Jean-Do gaat helpen snappen wij ook niet – logopediste ingeschakeld die hem gaat helpen met zijn communicatie. ‘Communicatie’, want het systeem dat zij voor hem ontwikkelt is anders dan wij ooit gezien hebben. Toch lukt het Jean-Do om door haar systeem en toewijding te praten met mensen. Uiteindelijk schrijft Jean-Do zelfs het boek The Diving Bell and the Butterfly, waarin hij op indrukwekkende, bijna poëtische, manier zijn pijn en vreugde van zijn tijd als patiënt maar óók van zijn vroegere leven met de rest van de wereld deelt.

The Diving Bell and the Butterfly is een film van de artistieke regisseur Julian Schnabel en dat is aan alles te merken. Behalve dat The Diving Bell and the Butterfly een aangrijpende biografie en drama is, is de film namelijk ook een meesterlijk kunstwerk over een kunstenaar vol passie, diepzinnige beelden en liefde. Dat de film een meesterwerk is wordt trouwens bevestigd door de talloze internationale prijzen die The Diving Bell and the Butterfly mocht ontvangen (onder andere een Golden Globe en twee awards op Cannes). The Diving Bell and the Butterfly herinnert je aan de oneindige verbeeldingskracht die we allemaal bezitten, en dat is in onze ogen waar films om draaien. Een must-see is deze biografie dus zeker – alhoewel hij zó indrukwekkend is dat zelfs ‘must-see’ klinkt als een understatement.